Wednesday 18 December 2013

HOOFDSTUK 3

Wij wonen al sinds jaar en dag diep in een donker bos. Tot op een zekere dag...
Ik thuis kwam met een hele bijzondere zwam!...Een hele bijzondere zwam die...Meen ik niet giftig is. Ik bedoel, ik meen t: deze zwam is een echte culinaire killer. Dus ik nodigde the usual suspects uit, haalde alvast een fijn flesje tevoorschijn, en begon de zwam in stukjes te hakken. Er was alleen 1 ding dat ik over het hoofd had gezien...
...een verschrikkelijke naad, een scheur in de aarde die zich een weg baande door...'t vredige boslandschap, dat veranderde in een woestenij vol bulten en gaten en spleten.
Het zou niet meevallen der door te kome. De gasten konden er niet in en ik kon er niet meer uit! Maar ha, ik kreeg een apje dat zei...:"heb je je bedes wel gedaan vandaag?? En jij bedacht je opeens ...: "Jezus, dat spant toch wel de kroon. Zit ik met een pan vol zwamragout midden in een donker bos, omringd door naden, scheuren en bulten, der kan geen mens in of uit, duikt die abt weer op die een beetje begint te zaniken over mn bedes. Dat is wel het laatste waar ik op zit te wachten." Dus ik apte:...
"David!! Kom als de sodemieterij terug uit Laos en breng meteen... zoveel mogelijk echte mannen mee, om mij te komen redden en de zwamragout op te eten...." 
Ik klom in de es bij mijn huis om uit te kijken of hij al kwam en wat ik toen zag in de verte...er kwam iets heel snel dichterbij, een stipje aan de horizon nog, maar steeds groter en groter! Wie of wat was het.....Deze renner...? Wie was het die daar het bos binnen drong, op weg naar de zwamragout? Zou hij die wel lusten? Was het wel een hij? Was hij of zij wel echt, of slechts een zinsbegoogeling?
...Het was een wezentje, dat intussen dicht genoeg genaderd was om herkend te worden... Het was een jong kaboutertje, zoon van Paulus, die van huis was weggelopen omdat er een vetje aan zijn vlees zat. Door de naad was hij de weg kwijt, En hij had nu ontzettende honger! Eh, ontzettende trék, in.....reerug, zonder vetjes, met cranberries en friet met mayo.
Jammer Brammetje (want zo heette hij) zei ik, want er wordt hier vanavond zwamragout geserveerd. Zonder friet. En als jij reerug wil, zal je der eerst eentje moeten schieten, haha.
Nou, doe dan maar een borrel zei Brammetje. En heb je niet een tankje whiskey? Altijd natuurlijk!!! Dus we dronken veel whiskey en aten onze toastjes zwamragout en toen werden we opeens heel raar in ons hoofd. Ik begon gewoonweg te hallucineren en...
Je vond jezelf terug in een machtig, fonkelend sneeuwlandschap... Je zat met een kabouterjongen heerlijk warm ingestopt in een ruime, zachte vacht, die geurde naar denneappels. Het voelde alsof je bewoog... En inderdaad! Jullie bevonden je op een slee, voortgetrokken door een zestal prachtige huskies. Gestuurd door een gebronsde, aantrekkelijke Fin met een raar brilletje. Even dacht je....
...Dat t m'n ex was, maar nee, hij had alleen maar 't zelfde brilletje. Verder zag de Fin er heeeeel anders uit, wat je zei: gebronsd. Blond ook en gespierd. En hij zei: "het volgende station is Dennenbosrand. Overstappen voor reizigers richting Noordpool, deze slee gaat verder naar Noorderlicht."
Mmm- zei Brammetje- klinkt koud. Zou er ook een trammetje naar de zon gaan? We kunnen het vragen. Dus ik riep: "hee, jij daar met dat brilletje, gaat t allemaal naar t noorden of gaat er ook een trammetje terug?" En de Fin antwoordde zangerig...:"Als jullie het graag warm hebben is er misschien wel een alternatief! Voor zo'n vrolijk toastje met zwammenragout breng ik jullie naar onze queen, die woont in haar verwarmde winter-kasteel. Ze is erg alleen, ze heeft alleen een piano en een...Heerlijk dekbed van dons, dus ze heeft haar zaakjes goed voor elkaar, leuk ingericht ook en t is eigenlijk in alle opzichten een prima mens, maar ja, kinderen t huis uit, koning de hort op met een blonde lellebel, dus: allenig he. Nee, ze kan een beetje gezelschap gebruiken en zal jullie twee vast verwelkomen bij de verwarming. Dus wat wordt het?"
Daar hoefden Brammetje en ik niet over na te denken! "Op naar de queen!" riepen we in koor... Onze Fin floot naar de honden en trok een beetje aan de teugels, en daar gingen we, Zuidwaarts!
Terwijl wij de vachten nog eens lekker om ons heen trokken en al een beetje wegdommelden, veranderde er iets aan het ritme van de honden... De vaart was er uit... Ik keek op en zag in de verte een lifter staan. Hij had een snor, lang haar en een T-shirt met ban-de-bom teken aan. Een ouderwetse provo!
Hij sprong direct bij ons in de slee en vroeg vriendelijk, "waar gaat de reis naartoe?"
"Naar de Queen" zei de Fin.... En dat had hij beter niet kunnen doen...Want die provo ging volledig uit z'n dak.
"You are the dancing queen, young and sweet only seventeen!!!" brulde hij vals met bovendien een vreselijk amerikaans accent en dat was nog niet alles, hij voerde er zelf ook nog een rare abbadans bij uit en dat kon natuurlijk niet goed gaan in dat krappe sleetje... Wij riepen nog: "zitten, en je provomuil dicht, maar t was al te laat. De slee sloeg om, wij werden eruit geslingerd en ik viel, en ik viel en ik viel...en viel...en de anderen vielen en tuimelden mee...
Het ging harder en harder, maar was het wel vallen? Het leek meer op zweven, zweven met een doel, zweven in de richting van een soort fuik, en nu we naderbij kwamen zagen we ook dat wij niet de enigen waren! Naast de provo en de Fin, zagen Brammetje en ik tot onze verbazing...Ook een dikke zwerver met een oude opgelapte jas door de lucht tuimelen, je zou m nog geen cent geven, maar hij had een olijk gezicht en rookte al tuimelend op zn dooie akkertje een sigaartje.
"Ha!" riep hij "leuk, gezellig, enorm geestig, groeten van de queen trouwens, ik kom der net vandaan, ze maakt t best."
"Wie bent u" riep ik terug. "Ik ben King", zei hij, en verdomd, hij had een soort kroontje in zijn haar. Waar tuimelen we naartoe? "We zijn der bijna" zei King.
En hij had het nog niet gezegd of we kwamen neer op een groot groen grasveld. King sjorde zn broek omhoog en zei: "dit is...het subtropisch douchepaleis van ons koninkrijk! Hier kan je in alle rust en warmte naar de wc, je tanden poetsen en natuurlijk douchen. We hebben ook een sauna, en een fitness, maar daar kom ik niet" zei King, "Maar ik lees hier tijdens mijn ochtendzitting mijn krantje en ik heb iets heel moois ontdekt, dat jullie vast ook zal interesseren...De japanse meditatiezaal, compleet met theerituelen en leuke geisha's, je hoeft je niet erg in te spannen, maar t is enorm reinigend voor de geest. Helemaal yin en yang en lekker ontspannend ook.
Dat wilden we wel, dus de fin, de provo, Brammetje, de King en ik nestelden ons in de japanse zaal.
Kersenhouten vloer, door papier gefilterd licht, gelakt tafeltje met theepot en kommetjes, alles derop en deran. Wij in de lotushouding en tien minuten de ogen dicht.
Toen ik ze weer opsloeg was ik niet langer waar ik dacht te zijn...Opeens zat ik midden in een stad. Een stadJE bij nader inzien, een heel klein stadje... Was ik in een reuzin veranderd? Of was dit een kabouterstad, met kleine huisjes, monumentjes, fietsjes, politieagentjes, regeltjes en wetjes??
Het was...echt een ongelofelijk gekut met al dat kleine gepriegel om me heen, al die kleine winkeltjes, die kleine mensjes, autootjes. "Brammetje, fin, King, provo, waar zijn jullie?!" Maar ik kon ze niet meer vinden tussen al dat gekrioel. Wat was er toch aan de hand. En opeens wist ik het:Ik had een bad trip, dat was het. Het was die verdomde zwamragout, waardoor ik was gaan hallucineren. De grote vraag was, wat was echt en wat niet en hoe kwam ik daar achter? En wat doe je tegen een verkeerde paddestoel? Opeen zag ik een piepklein boekje liggen... Ik bukte om het op te rapen, en las de woordjes op het eerste paginaatje: 'welkom in Madurodam'. AHA! Daar ben ik terechtgekomen... In Den Haag... Komt dat effe goed uit....Want nu weet ik eindelijk weer waar ik ben. Van pure blijdchap gaf ik de madurodammedewerker die me de uitgang wees een dikke vette hug en ging in mijn enthousiasme bovenop een mini-eg staan, maar dat vonden ze niet erg want ze hadden daar een miniverzekering voor. Ik spoedde mij naar tram 9. Op naar het station. Vanaf daar kon ik gaan waar ik wilde. Terug naar mijn huis in het donkere bos, of....
Toch nog even langs een vriendin die net heeft ontdekt dat ze bi is - en daar enorm mee zit, ach ja het leven kwam opeens weer in z'n volle hevigheid op me af, ik herinnerde me opeens ook weer dat ik het verwijt had gekregen dat ik altijd zo vit. Ik dacht weer terug aan de fin, en aan de queen en de king en de provo en de fin en Brammetje en ik realiseerde me dat het allemaal wel wat losser mag. Okee, OP naar de rest van de zwammenpuree! Euh, ragout...
Maar toen ik eindelijk na een lange maar probleemloze reis bij mijn huis aan kwam, groeiden er intssen schimmels en andere zwammen op de zwammenpuree. Nou zeg, lekker is anders zei ik en kieperde de rest naar buiten en toen realiseerde ik me opeens dat er nergens bulten, naden en gaten meer in het bos zaten. Was ook dat een zinsbegoocheling geweest? Het leek alsof alles weer was zoals het altijd was geweest. "Maar nou vergis je je toch. Niet alles is hetzelfde", klonk er plotseling een stemmetje uit een hoek van de kamer...Het was Paulus, een kleine lieve en ongeruste kaboutervader! Waar is Brammetje, zei hij! Ik ben hier dagen bezig geweest om die puinzooi een beetje aan kant te krijgen maar mijn zoon kwijt zijn lijkt me toch niet de beste van alle finalen....

No comments:

Post a Comment